1800
De Coalbrookdale stoomtrein is een van de eerste voorbeelden van hoe stoomkracht de wereld veranderde. In 1802 bouwde Richard Trevithick, een ingenieur uit Cornwall, een revolutionaire stoomlocomotief voor de ijzergieterij in Coalbrookdale, Engeland. Dit was een van de allereerste stoomtreinen ter wereld, bedoeld om zware ladingen ijzer en andere goederen te vervoeren. Hoewel deze vroege stoomtrein een technisch hoogstandje was, waren de spoorlijnen destijds nog niet stevig genoeg om het gewicht van de trein te dragen. Hierdoor bleef de Coalbrookdale-locomotief een experimentele uitvinding die zijn tijd ver vooruit was. Toch vormde het een belangrijke stap in de ontwikkeling van stoomtechnologie, die later door George Stephenson en anderen verder werd geperfectioneerd.
1900
De 1900 T3 stoomtrein is een type stoomlocomotief die in de vroege 20e eeuw werd gebouwd, voornamelijk in Duitsland. Dit type locomotief werd ontwikkeld voor het zware werk van het transporteren van goederen, vooral in industriële omgevingen en mijnbouwgebieden. De T3 is een zogenaamde "tanklocomotief", wat betekent dat de watertank en de brandstoftender direct op de locomotief zelf waren gemonteerd, in tegenstelling tot de grotere locomotieven die aparte wagons nodig hadden om water en kolen te vervoeren. Het ontwerp van de T3 werd gekarakteriseerd door zijn compacte formaat en relatief hoge trekkracht, waardoor hij ideaal was voor het trekken van zware ladingen op korte afstanden, vaak in beperkte ruimtes zoals de smalle sporen van mijnen.
1940
De DRB 01.10 was een type stoomlocomotief die in de jaren 1930 en 1940 werd ontwikkeld en gebouwd in Duitsland. Het was een verbeterde versie van de oorspronkelijke 01-serie, die vooral werd ingezet voor het trekken van langeafstandstreinen op hoofdspoorlijnen. De DRB 01.10 was ontworpen voor hogere snelheden en een grotere efficiëntie, en werd gebruikt voor prestigieuze express- en sneltreinen die tussen grote steden reden. Met een 4-6-2 asindeling (ook wel bekend als de "Pacific"-configuratie) was deze locomotief uitgerust met vier wielen voor de voorkant, zes aangedreven wielen voor de middenas en twee wielen achteraan. Dit ontwerp was ideaal voor het trekken van zware treinen over lange afstanden.